‘Hij gaat het nooooooit doen!’ zei z’n vrouw. ‘Nee, echt niet!’ voegde zijn zus eraan toe. ‘Ik denk het ook niet’ zei z’n vader. ‘En u? Wat denkt u, mevrouw?’ vroeg ik aan zijn moeder. ‘Tja, hij kan wel erg eigenwijs zijn. Dus ik weet het niet hoor.’ antwoordde de moeder van de aan alcohol verslaafde Evert. ‘Hij gaat nee zeggen vanwege zijn werk, vanwege de hond, die kan ie echt niet missen, de vakantie komt er straks aan, nee hoor, dat doet ie nooit!’ vulde zijn vrouw nog aan.

‘Maar jullie zitten nu wel hier’ zei ik, met een vragende ondertoon. ‘Ja’ zei z’n vrouw, ‘want er MOET iets gebeuren! Het kan echt niet langer zo. Ik heb geen leven meer zo. Hij liegt alles bij elkaar. En ik ben doodsbang dat ie een keer met onze dochter van de trap flikkert of zo. Ik durf nauwelijks meer naar mijn werk te gaan. Ik sta doodsangsten uit!’

‘Jullie zijn de professionals, toch?’ viel Everts zus haar schoonzus bij.

Ik was blij dat dit niet mijn 1e interventie ging worden. Hier is duidelijk veel gebeurd. Deze familie heeft al veel te verduren gekregen en de moed is hun diep in de schoenen gezonken. Ze hadden ‘alles al geprobeerd’. De enige reactie van Evert was dat hij zijn hakken stevig in het zand had geboord. Ten eerste: hij was niet verslaafd. Ten tweede: als hij ‘af en toe’ te veel dronk, was dat omdat zij allemaal zijn leven zo moeilijk maakten.

Hoe krijg ik deze familie op de rit voor een proces van hoop? Dat was en werd de uitdaging.

Na maar liefst drie voorbereidende gesprekken met de familie van Evert, waren we zover dat we hem erbij gingen uitnodigen. Alle betrokkenen wisten wat ze ongeveer wilden gaan zeggen, hoe ze het zouden brengen en wat de spelregels waren, opdat we niet in de bij hen gebruikelijke discussies zouden belanden. De spanning was voelbaar, toen we die middag met Evert in ons midden bij elkaar kwamen. Een sprankje hoop. Niet veel.

Ondanks mijn jarenlange ervaring als interventionist, voelde ik meer dan gemiddeld de adrenaline in mijn lijf. Hoe zou Evert reageren?

Iedereen voorzien? Koffie, thee, water. Evert een biertje.

De opening, de spelregels, de spanning, een voor een het woord, elkaar uit laten praten, de regie houden, leiden, potentiële discussie meteen smoren, luisteren, sturen, oogcontact, tranen, stiltes, respect voor elkaars gevoelens en mening, lichaamstaal, mededogen, trillende onderlippen, vragende blikken: Wat gaat hij doen? En dan ineens de reactie van Evert: ‘Ja, ik ben bang dat ik er inderdaad beter maar wat aan kan laten doen.’

Tranen van blijdschap en opluchting bij iedereen.

Wow, wat heb ik toch een mooi vak!

– Peter van Goor

Familie counselor, Interventionist, Herstelcoach