Ik dacht: ‘Ik kan het weer!’

Dick was iemand waar ik veel bewondering voor had. Toen ik net in Herstel was en op de meeting kwam waar hij ook altijd kwam, vierden we op een gegeven moment zijn 17 jaar in Herstel.
‘Jemig’, dacht ik toen, ‘wat knap! Dat wil ik ook. Hoe doe je dat?’

Ik hing aan zijn lippen als hij deelde op de meeting. Dick had veel meegemaakt, in die 17 jaar. Het bedrijf waar hij werkte was failliet gegaan. Hij was langer dan hij fijn vond werkloos geweest. Ze moesten noodgedwongen verhuizen. Zijn zoon had een keer een ongeluk gehad. Nooit was hij teruggevallen.
Dick hield de tafel vast. Zo zei hij het altijd. Hij leefde de 12 Stappen.
Ik vond hem sterk.

Eigenlijk was het niemand opgevallen dat Dick al een tijdje niet op de meeting was gekomen. Totdat hij er weer was. Hij zag er moe uit. Mager. Verdrietig.
Die meeting deelde Dick ook.

‘Een half jaar geleden ging onze dochter trouwen. Een groot feest. Mijn vrouw vroeg of ik nu, na ruim 27 jaar nuchter te zijn geweest, niet voor één keertje, voor deze éne, zó speciale gelegenheid, een piepklein glaasje champagne mee kon klinken. Ik wilde het eerst niet. Maar ja, voor mijn dochter… vooruit, één keertje dan, een klein beetje.

Wat gebeurde? Ik kon het glaasje wegzetten, vóór het leeg was. Ik kreeg geen zucht! Ook niet later die avond. Toen iedereen aan de wijn zat, dronk ik allang gewoon weer water. Ook niet de volgende dag of de dagen erna. Ik had nergens last van!

Ik dacht: Ik kan het weer!

Ik kon het niet geloven. Dit overkomt niemand! Dat staat in alle literatuur. Eens een alcoholist, altijd een alcoholist. Je bént niet hersteld! Je moet aan je Herstel blijven werken. Iedere Fellow weet dit. En toch?
Zou ik dan de 1 op de miljoen zijn?

Ik besprak het met mijn vrouw. Zij stemde ermee in dat ik op zaterdagavond 1 glaasje wijn zou proberen. Dat ging ook goed. En het weekend daarna ook.
Toen durfde ik twee glaasjes wijn. Ging ook goed!
En zelfs na drie bleek ik te kunnen stoppen. Ik kon mijn geluk niet op.

Lieve vrienden, de rest van het verhaal kunnen jullie waarschijnlijk wel raden. Vorige week ben ik uit de detox gekomen. Ik mag blij zin dat ik nog leef. Ik wil onze tafel nooit meer loslaten!’

Ik ken dat stemmetje.
Dat stemmetje dat Dick heeft ingefluisterd: ‘Dick, je kúnt het! Je bent lang genoeg nuchter geweest. En je weet toch hoe lekker het was?’
Ik ken dat stemmetje.
De meeste fellows kennen dat stemmetje.

Daarom blijf ik naar meetings gaan. Niet alleen omdat ik het er fijn vind. Omdat het ‘thuiskomen’ is. Ook om mezelf eraan te blijven herinneren. ‘Herstel’ is een werkwoord.
Zolang we mogen leven, mogen we blijven werken aan ons Herstel.

– Familiecounselor